Ouderverhalen |
Het was elke dag aanpoten, vanaf het moment dat we opstonden |
door: Marije, moeder van Sofie op 03-07-2025 |
Mijn dochter Sofie was een huilbaby. Zo. Dat is eruit. In het begin wilde ik het niet zo noemen. Ik dacht: We moeten gewoon wennen. We zijn net ouders. Ze is gevoelig. We vinden wel een ritme. Maar dat ritme kwam niet. Wat wel kwam, was het huilen. Elke dag. Uren. Uren. Soms vijf, zes uur achter elkaar. En ik overdrijf niet. Mensen vroegen: “Hoe gaat het?” En ik zei: “Gaat wel.” Want wat moet je zeggen? “Ik ben uitgeput. Mijn baby huilt de hele dag. Ik weet niet wat ik doe.” Dat zeg je niet op een verjaardag. Of bij de bakker. Sofie sliep nauwelijks. Alleen op ons, en dan nog licht. We durfden amper te ademen als ze eindelijk lag. Eén krakende vloerplank en we konden weer opnieuw beginnen. Mijn partner ging op een gegeven moment op een matras op de babykamer slapen, gewoon zodat ik één nacht even iets langer dan twee uur kon liggen. We leefden langs elkaar heen, als collega’s in een crisisteam. Eten deden we los van elkaar. De afwas bleef staan. De gordijnen zaten vaak de hele dag dicht. Niet eens expres, gewoon... niemand die eraan dacht. Alles draaide om overleven. Alles draaide om Sofie. Ik voelde me machteloos. Niet omdat ik het niet goed deed — maar omdat niks hielp. Dragen, zingen, wiegen, inbakeren, buiten wandelen. Alles werkte even, en dan begon het opnieuw. En als ze dan wél even stil was, voelde ik me opgejaagd. Omdat ik wist: dit is tijdelijk. Straks begint het weer. Ze is nu bijna één. Nog steeds een gevoelig meisje, snel overstuur. Maar ze huilt minder. Er komt weer wat ruimte. Voor ons. Voor lucht. Wat ik wil zeggen? Als je in die fase zit: je doet het goed. Echt waar. Je hoeft het niet mooier te maken dan het is. Het ís loodzwaar. En jij bent niet de enige. |
|
Andere ouderverhalen
|