Ouderverhalen |
Ik werd langzaam iemand anders |
door: Rosa, moeder van Sam op 03-07-2025 |
In de maanden na de geboorte van mijn zoon Sam veranderde mijn wereld niet in één klap, maar in kleine, stille verschuivingen die ik eerst niet opmerkte. Hij huilde, veel, vaak, en vooral lang. In het begin dacht ik nog dat het aan mij lag — dat ik iets verkeerds had gegeten, dat ik hem verkeerd vasthield, dat ik gewoon nog niet wist hoe dit moest: moeder zijn van dit kind. Wat volgde waren eindeloze dagen die allemaal op elkaar leken. Ik was altijd moe, maar sliep zelden echt. Mijn armen deden pijn van het dragen, mijn hoofd bonsde van het zoeken naar oplossingen. We belden met de huisarts, we probeerden probiotica, we lieten mijn voeding screenen op intoleranties. Iedereen leek iets te zeggen, maar niets hielp. En ondertussen bleef Sam huilen. Het was een geluid dat alles in huis overheerste. Niet alleen het geluid zelf, maar de lading ervan: de frustratie, de wanhoop, de onmacht. Hij huilde tot hij hees was, en ik liep rond met een gevoel dat ik eerder alleen kende van paniekaanvallen — alsof er voortdurend een steen op mijn borst lag en ik nergens heen kon. Het gekke is: je past je aan. Niet ineens, maar stapje voor stapje. Je leert de dag te leven in tijdvakken van 20 minuten stilte, je leert eten met één hand, douchen in minder dan drie minuten, jezelf wegcijferen zonder dat je het doorhebt. En ergens onderweg merkte ik dat ik iemand anders was geworden. Niet slechter, niet beter — gewoon anders. Scherper. Minder licht. Ik hield van Sam. Daar ben ik nooit aan gaan twijfelen, ondanks alles. Maar het duurde maanden voor ik zijn aanwezigheid ook werkelijk kon verdragen. Dat klinkt misschien hard, maar dat is wat het was. De constante spanning, het gevoel dat je faalt terwijl je alles geeft. Dat knaagt. Op een dag, hij was toen ongeveer zes maanden oud, viel hij in slaap in mijn armen. Niet schokkend of gespannen zoals anders, maar langzaam, met een zachte zucht. En ik bleef gewoon zitten. Mijn telefoon raakte leeg, het eten stond aan te branden, maar ik bewoog niet. Ik zat daar en ik voelde weer iets van mezelf terugkomen. Heel klein, maar voelbaar. En ik dacht: misschien komt het goed. Niet nu, niet ineens, maar ooit. Ik schrijf dit niet om medelijden op te roepen, en ook niet als succesverhaal. Het is geen verhaal van "en toen vond ik de oplossing". Ik heb geen oplossing. Ik heb alleen mijn ervaring. En ik weet dat er meer ouders zijn zoals ik was — uitgeput, beschaamd, boos op zichzelf, verdrietig over hoe het eigenlijk had moeten zijn. Aan hen wil ik alleen maar zeggen: je verandert misschien, maar je verdwijnt niet. Je komt terug. Of anders gezegd: je groeit door iets heen wat anderen niet kunnen zien, maar jij wel zult begrijpen — ooit. |
|
Andere ouderverhalen
|