Blog, wetenschap en tips! |
Waarom slaapt het ene kind al vroeg door en duurt het bij de ander jaren? |
door: Anne Kies op 10-04-2025 |
Over slaaprijpheid, temperament en waarom vergelijken zelden helpt Waarom leren sommige kinderen snel zelfstandig (door)slapen, terwijl het bij anderen jaren duurt? Het antwoord is niet eenvoudig – en vooral: het is zelden een kwestie van “aanleren” of “consequent zijn”. In deze blog duiken we in de verschillende factoren die invloed hebben op slaapontwikkeling, en waarom vergelijken vaak eerder onzekerheid dan inzicht oplevert. 1. Biologische slaaprijpheid: niet elk lichaam is er even snel klaar voorDe slaap van een baby of peuter ontwikkelt zich geleidelijk. Het biologische ritme (ook wel circadiaans ritme genoemd) ontstaat pas na een aantal maanden. Tot die tijd slapen baby’s in korte blokjes, gevoed door honger, ontwikkeling en behoefte aan nabijheid. Sommige kinderen reguleren dit ritme sneller dan anderen, wat betekent dat ze eerder langere periodes aaneengesloten slapen. Maar ook daarna kunnen verschillen blijven bestaan in:
Sommige kinderen slapen diep en rustig, anderen hebben een lichter slaappatroon en worden sneller wakker. Dit is grotendeels biologisch bepaald, en geen teken van ‘verkeerde’ slaapgewoonten. 2. Temperament: hoe gevoelig is je kind?Het temperament van je kind speelt een enorme rol in slaapgedrag – iets dat vaak over het hoofd wordt gezien. Temperament is deels aangeboren en bepaalt hoe een kind omgaat met prikkels, emoties, verandering en zelfregulatie. Grofweg onderscheiden we drie temperamenttypes: - Het flexibele of ‘gemakkelijke’ temperamentDeze kinderen zijn vaak rustig, passen zich makkelijk aan nieuwe situaties aan en zijn relatief voorspelbaar in hun gedrag. Ze slapen meestal redelijk gemakkelijk in en kunnen zelf weer in slaap vallen na een korte onderbreking. Kenmerken:
- Het gevoelige of ‘intense’ temperamentDeze kinderen zijn sterk prikkelgevoelig en reageren heftig op dingen die voor andere kinderen nauwelijks impact hebben. Ze hebben meer tijd en nabijheid nodig om tot rust te komen – ook ’s nachts. Kenmerken:
- Het terughoudende of ‘traag op gang komende’ temperamentDeze kinderen wennen langzaam aan nieuwe situaties en kunnen verlegen of afwachtend reageren. Ze kunnen zich hechten aan vaste rituelen en voelen zich veilig bij herhaling. Kenmerken:
Belangrijk: geen enkel temperament is ‘beter’ dan het ander. Het gaat erom dat je leert herkennen wat jouw kind nodig heeft om zich veilig en rustig te voelen – ook in de nacht. Een gevoeliger kind is dus niet ‘moeilijk’, maar heeft simpelweg meer afstemming nodig. Door oog te hebben voor temperament, kun je als ouder of opvoeder realistische verwachtingen ontwikkelen én je aanpak aanpassen aan wat jouw kind echt nodig heeft. 4. Invloeden van buitenaf: omgeving, spanningen en veranderingenVergeet ook de omgevingsfactoren niet. Kinderen reageren sterk op:
Slaap is kwetsbaar. Zelfs kinderen die eerder goed sliepen, kunnen tijdelijk weer wakker worden bij stress of groei. Dat zegt niets over falen – het zegt vooral iets over hoe slaap samenhangt met emotioneel welzijn. 5. Ouderlijke verwachtingen en culturele verschillenIn veel westerse landen wordt zelfstandig doorslapen gezien als een mijlpaal die zo snel mogelijk bereikt moet worden. Maar in andere culturen, waar co-slapen en nabijheid normaal zijn, wordt nachtelijk wakker worden juist als natuurlijk gezien. De verwachting dat een baby “moet doorslapen” legt onnodig druk op ouders én kinderen. Soms slapen kinderen juist beter als die druk wegvalt en er meer rust en acceptatie komt rondom het natuurlijke ritme van het kind. 6. En de ouder dan? De veilige haven zijn is mooi – maar ook intens vermoeiendIn gesprekken over kinderlijke slaap gaat het vaak over hechting, regulatie en ontwikkeling – allemaal belangrijk. Maar wat daar soms aan ontbreekt, is ruimte voor de realiteit van ouderschap: dat voortdurend beschikbaar zijn, vaak onderbroken nachten, jarenlange vermoeidheid en het continu schakelen tussen geduld en grenzen ontzettend zwaar kan zijn. Ook als je wéét dat jouw nabijheid essentieel is voor het gevoel van veiligheid van je kind, betekent dat niet dat het altijd vol te houden is zonder impact. Chronisch slaapgebrek kan diep doorwerken in je stemming, draagkracht, werk, relaties en zelfbeeld. Het ouderschap vraagt veel, en slaaptekort vergroot alles uit. Ouders mogen daarin gezien worden. Want naast een veilige basis voor je kind, ben je ook gewoon een mens met een lichaam, hoofd en hart dat rust nodig heeft. Het is dan ook heel begrijpelijk – en absoluut geen teken van falen – als je ondersteuning zoekt. Hulp vragen bij slaapproblemen is niet alleen normaal, het kan ook helpend zijn om samen te kijken naar wat er speelt, wat jouw kind nodig heeft én hoe jij als ouder overeind kunt blijven. Professionals die gespecialiseerd zijn in kinderlijke slaap en ontwikkeling – en die oog hebben voor zowel het kind als de ouder – kunnen hierin meedenken. Niet met kant-en-klare oplossingen, maar met ruimte, inzicht en rust. Slaap is geen wedstrijdSlaapontwikkeling is geen rechte lijn en ook geen race. Elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo, met een unieke combinatie van biologische aanleg, temperament en omgeving. Voor sommige kinderen komt doorslapen vanzelf, voor anderen is het een lange weg waarin nabijheid, vertrouwen en veiligheid centraal staan. Dus als jouw kind nog niet doorslaapt – of jou nodig heeft om weer in slaap te vallen – weet dan: je doet niets verkeerd. Je kind is gewoon nog onderweg. En jouw aanwezigheid is geen gewoonte die je moet afleren, maar een veilige basis waarin rust uiteindelijk wél ontstaat. |
referentie: Blunden, S., Galland, B., Kennedy, G., & Magee, C. (2022). Sleep and self-soothing in infants and toddlers: A review of the literature. Sleep Health, 8(2), 109–117. https://doi.org/10.1016/j.sleh.2021.11.004 Middlemiss, W., Granger, D. A., Goldberg, W. A., & Nathans, L. (2012). Asynchrony of mother–infant hypothalamic–pituitary–adrenal axis activity following extinction of infant crying responses during the transition to sleep. Early Human Development, 88(4), 227–232. https://doi.org/10.1016/j.earlhumdev.2011.08.010 Teti, D. M., Kim, B. R., Mayer, G., & Countermine, M. (2010). Maternal emotional availability at bedtime predicts infant sleep quality. Journal of Family Psychology, 24(3), 307–315. https://doi.org/10.1037/a0019306 Thomas, A., & Chess, S. (1977). Temperament and development. Brunner/Mazel. |
|
Andere artikelen
|